Ik zeg het als ik
ineens een onverwachte knuffel krijg,
een aai over mijn hoofd, of gewoon een
stoere mep op mijn schouder.
Als een grote
puberzoon naast me aan het aanrecht staat
en ik zomaar, na zoveel jaren
geen lichamelijk
contact, (want puber..) ongestraft over zijn rug mag wrijven.
Als jongste me
aankijkt en zegt mama, ik vind je zóóó lief
ik zou jou nog niet
kunnen missen.
Als ik buiten in de donkere tuin hun gedempt praten hoor;
een grote broer in de stromende regen
zoekend naar bladeren voor haar
werkstuk,
met naast hem zijn zus onder een grote capuchon
die hem bij schijnt met een zaklampje,
het nat
geworden verfrommelde papiertje met de opdracht in haar hand.
Als ik ze ongezien
observeer terwijl ze in de kamer zitten en hangen voor de televisie,
met z’n
allen bij elkaar, vier krullenbollen, met de kachel aan en de kaarsjes op
tafel.
Als ik middelste
hoor nadat ie is thuisgekomen van een lange dag hard werken
tegen zijn kleine
broertje, zijn oogappeltje, zijn allesje:
“Hé kom es hier,
éérst effe kroelen, ik
heb je zolang niet gezien…”
Als ik die koppies
tegen elkaar aan zie liggen op de bank, alleen de achterhoofden,
waarbij ik
niet zie waar het ene hoofd ophoudt en waar het andere begint,
zo lijken ze op
elkaar…
Als ik hoor van
anderen hoe sociaal ze zijn, en hoe leuk.
Als ze met elkaar
helemaal in een deuk liggen om de imitaties van oudste,
of gewoon de smeuïge
verhalen over wat hij meemaakte vandaag op zijn werk.
Zelfs als hij in zijn
one-man-show-aan-tafel mijn bestek verbuigt, ja zelfs dan…
Als ze
voorovergebogen staan bij de tafel,
de twee oudsten en hun vader, discussiërend
over die boom die daar en daar staat,
en dat ik zie aan hun blikken dat ze
aandachtig
en ook met stille bewondering luisteren naar hem,
omdat hij er
zoveel van af weet.
Noem het trots, gemengd met liefde, ontroering,
bewogenheid..
Whatever.
Ik kan maar één ding zeggen op zo’n moment;
en ik wens jou ook een volle beker toe!