Achteraanrechts in de gang plaatsnemen heeft ze net
gezegd,
dus ik loop keurig met mijn ponsplaatje nog in de hand voorbij deuren,
mensen in witte jassen en bouwvakkers. Als ik plaatsneem op mijn stoel zie ik
links van mij een lockerkast waarin de een na de ander zijn spullen komt doen
of halen, ziekenhuispersoneel met hun jas nog aan trekt aan me voorbij, het is
een geloop van jewelste hier in deze gang.
Ik pak het eerste beste tijdschrift van het kleine tafeltje en verdiep
me in Opzij, ik blader van voor naar achter terwijl ik ondertussen boven het
tijdschrift uitkijk en zie dat de bouwvakkers bezig zijn met stucwerk en lijm met
een geur die zo doordringend is dat ik me afvraag of hier ergens in deze omtrek
überhaupt nog narcose nodig is.
Zusters worden nagekeken en grappend wordt
opgemerkt dat ze hun handtekening wel mogen graveren in de stuclaag.
Ik blader verder.
Verder dan deze gang ben ik nog nooit geweest en ik verbaas me over het aantal witte jassen dat
langsloopt, ik houd het niet meer bij, komen ze allemaal uit de ruimte waar ik
straks moet zijn?
Veel tijd om na te denken is er niet, mijn naam wordt genoemd
en ik mag mee met een vriendelijke jongeman die zich voorstelt als Mitch,
althans dat denk ik te verstaan in het voorbijlopen, en me vraagt of ik dit
onderzoek al eerder heb gehad. Op mijn nee antwoord hij dat hij dan zometeen
alles eerst zal laten zien.
Hij trekt een deur open: "Hier mag u uw jas achterlaten, heeft u een bh met
beugel, dan mag die ook uit, en uw spijkerbroek en schoenen graag. Oh en ook de
speld in uw haar, is er verder nog iets van metaal dan mag dat ook uit
alstublieft".
Ik stamel nog iets over mijn implantaat, maar met een "geen
probleem" wuift hij mijn twijfel weg.
Als ik even later, blij met mijn
sportbehaatjezonderbeugel in louter bovenkleding en onderbroek achter hem aanloop
legt hij uit: "Hier wordt het onderzoek uitgevoerd, het duurt ongeveer een
kwartier, wilt u muziek aan, welke zender zullen we aanzetten voor u, hoe hard
wilt u het hebben, gaat u hier maar liggen, uw hoofd in deze ruimte ja, dan zal
ik iets opzoeken om onder uw benen te leggen. Zometeen schuift u naar binnen en
dan kunt u op dit knopje drukken als u ons
nodig heeft, want we horen u niet hoor als u roept ofzo. Nee, houd het knopje maar niet in uw hand, het gaat heel snel af."
Er wordt een
groen papieren operatiedouchemutsje over mijn haar gedaan en gemompeld dat het
toch teveel is om er allemaal in te doen, ik begrijp dat het over mijn haar
gaat en krijg de koptelefoon op mijn oren gedrukt. "Is het zo goed, of wilt u
het harder?"
Weet ik veel of ik het harder wil? Ja doe maar, doe maar harder zeg
ik, en
volkomen niet gerustgesteld als ik ben schuif ik even
later als een liggende pilaar de
koker in.
De radio staat aan, ik hoor Evers met zijn kornuiten in een gesprek
dat ik nog niet kan plaatsen wanneer de koker monotoon begint te ratelen, Heel Hard.
Ik kan de stemmen niet meer verstaan op mijn koptelefoon en voel dat ik
moet slikken.
Zal ik slikken? mag ik wel slikken nu? als je slikt beweeg je. Ik
slik en denk,
hoe meer ik denk dat ik niet mag bewegen, hoe meer ik wil bewegen Nu.
Niet aan denken, denk ik. De koker ratelt door, langgerekte monotone
tikratels,
waar het op lijkt zou ik niet weten, geen idee, mijn oog kriebelt,
niet aan denken.
Toch wel klein deze ruimte, nee ik heb geen claustrofobie
heb ik ingevuld, ik ben niet bang in kleine ruimtes, toch? ik ben niet angstig,
ik tob niet zo snel, toch? Ik tob nooit. Ik vind het niet eng in een lift. Het
is hier wel heul smalletjes dat wel. Ik sluit mijn ogen en hoor nu muziek, goed
nummer ook.
Ik denk niet.
Ik denk: nu niet denken.
Ik ben me bewust van mijn ademhaling.
Mijn ademhaling versnelt als
ik denk aan mijn ademhaling.
Sssjonge, je zou hier toch claustrofobisch van
worden van al die gedachten alleen al,
en terwijl ik weer rustig in en uit adem
voel ik een pruttel in mijn buik.
Ah nee, niet nu, geen pruttels alsjeblieft, geen
pruttels die een weg zoeken naar buiten in ieder geval, niet hier, oh bah, je
moet er toch niet aan denken dat je hier in dit smalle kwartier een pruttel
hebt die…. jakkes. niet aan denken denk ik.
Het apparaat is nu even stil, ik adem diep in en uit, en
denk aan mijn implantaat, ik heb het toch echt gevraagd aan de
tandartsassistente, het was oke, maar stel nou, stel nou he, dat het niet zo
is, ik bedoel het zijn toch magnetische velden waarin ik me nu bevind.. Het zal
toch wel goed zijn?
En voel ik nu iets, dat wat ik net aan mijn arm voelde was
dat nu echt?
Ik lig stil en denk: niet denken, terwijl ik denk aan mijn eigen
risico dat ik nu beslist kwijt ben.
Het apparaat gaat ineens vreselijk tekeer,
waar lijkt dit toch op, tandartsboor? Nee. Vaatwasser? Nee. De wasmachine, hij
centrifugeert.
Dit is pas wasmachine-muziek buurvrouw-oma denk ik nu, ze kon
zich vroeger zo ergeren aan onze hoempa stampmuziek als we de radio hard
aanzetten boven,
"Er staat weer een wasmasjiene te stampen boven" mopperde ze dan.
Dit is pas een wasmasjiene. het lijkt of ik met mijn oor op de motor lig, zoveel
herrie.
Of een printer, ja, een printer zou ook kunnen, en ik zie mezelf als volgeprint A-4tje zo uit het apparaat glijden straks.
Pruttel in mijn
buik, nee niet weer, ik denk het weg, nog even geen pruttels alsjeblieft,
en
mijn ademhaling gaat weer sneller.
Ik moet me niet aanstellen denk ik tegen mezelf.
Hoeveel
honderden, duizenden gingen mij voor hier in deze koker.
Met nog wel honderdduizend veel ergere klachten dan die nek van mij.
Het is weer even stil,
ik zucht diep maar onzichtbaar.
Daar is het harde geratel weer.
Adem in...adem uit...
MRI, waar zou dat
eigenlijk voor staan? Ik denk na, verzin, Evers doet zijn imitatie van Frank de
Boer, maar ik kan hem niet verstaan en denk aan hele grote mensen die in deze
koker moeten,
en wat als dat niet past? Wanneer zou ik de uitslag krijgen.
MRI, Meer Ruimte Issernie, zoiets
zal het wel zijn,
En net als mijn buik
weer wil pruttelen stopt al het geluid en rol ik na een paar tellen keurig uit de
printkoker.
Was dit een kwartier vraag ik verbaasd aan Mitch, die het
douchemutsje van mijn hoofd trekt, ja toch wel hoor antwoordt hij, foto’s van uw nek hebben we al, dus u bent
klaar, u kunt zich weer aankleden en de uitslag over drie dagen opvragen bij uw huisarts, tot ziens.
Eenmaal weer aangekleed buiten ontsnapt er een grote
zucht.
Een kwartier in de MRI
Hebben we ook weer gehad.
Mijn buik is weer rustig.
En ik ben niet claustrofobisch.
...Toch?