Het is kwart voor zes, we zitten aan tafel, tussen
lasagne en Bijbellezen.
En zoals gewoonlijk is er weer es iets mis met het eten;
dit
keer was het niet gaar genoeg en de sla is verlept.
Nee hij was víes had middelste gezegd, en ik had em
verbeterd:
“Jij vónd het vies puber,
dan hoeft het nog niet vies te zíjn hé,
anderen kunnen daar wel es heel anders over denken.
Als ik je je eigen drollen
op laat eten, dan mag je zeggen dat het vies is. Anders niet. “
Zo.
Chagrijnig word ik daarvan, dat gezeur aan tafel. Nooit
is het goed. Altijd wat te mauwen die verwende nesten. En ik heb het druk gehad
vandaag, en verward, ook dat nog. Ik voel mopperigheid opkomen, venijnige
niet-meer-te-stoppen mopperigheid…
“Oh, en als we dan toch bezig zijn…" ga ik boos verder
"In januari hè.. in
januari gaan we het écht anders doen.
Ik heb die financiële situatie eens bekeken van de
laatste maanden. Nou, ik houd niks over, helemaal niks. Ik loop me de bulten
naar de supermarkt met wagens vol krachtvoer voor de hongerige buikjes, die-alles-eten-
behalve-hun-prak, en als ik me omdraai zijn de kasten weer leeg.
We betalen ons scheel aan de energienota’s, het is
ongelooflijk de laatste tijd, echt ongelooflijk..."
dit zijn echt de zeven vette
jaren, ik weet het zeker.
De Vet Dure jaren dan welteverstaan.
“kunnen we lezen alsjeblieft, ik wil nog gaan sporten…”
Oudste voelt
terecht dat dit de verkeerde kant op gaat..
“Ik wil jullie Be-Wúst maken, bewust van wat het nou
allemaal kost.” mopper ik verder.
“ Ik ga ’t es opschrijven allemaal, wat er
inkomt en wat er uitgaat.
Nou ja, niet wat er inkomt, dat hoeven jullie niet te
weten.” verbeter ik mezelf en zie houthakker zijn schouders ophalen terwijl hij "mag hoor" mompelt
“Maar die uítgaven, het is niet normaal meer!”
Houthakker valt me bij: “Kijk nou es naar die koelkast,
die koelkast in de schuur..”
“ja wat is daar dan mee?” vraagt oudste die zich meteen
aangevallen voelt
als het om de koelkast-met-ZIJN-bierflesjes gaat.
“Nou, die koelkast, ten eerst is ie oud, en ten tweede
staat hij altijd aan.
En véél te koud.”
“Vanmorgen had ik kiwi’s en ik zou zweren dat de
binnenkant gewoon bevroren was.”
Bah, ik trek een vies gezicht, ik weet precies hoe dat smaakt en zeker 's morgens vroeg..
“nou, dan zet je em toch gewoon wat zachter” oudste denkt
het praktisch op te lossen. Echt een man.
Nee, dat is het em juist, die koelkast die hóeft nu niet
eens aan, das eigenlijk alleen, als er es een feestje is ofzo!”
“Waar is dat dan voor, dat bier kan je toch gewoon ook
buiten zetten?” haakt middelste aan.
En ik zie jongste van de een naar de ander kijken,
terwijl zijn onaangeroerde hoopje lasagne koud ligt te worden op zijn bord.
“Nou, wat kost dat dan?” vraagt oudste, wiens leven
een-en-al feestjes is geïrriteerd, “wat kost nou zo’n koelkast? gaat dat om
tientjes of honderdjes per jaar? Wat is dat nou helemaal, want dan wil ik dat
best betalen hoor.
En kunnen we
trouwens nu lezen?”
"Ja daar gààt ’t helemaal niet om!" roepen we allebei om ’t
hardst.
"Het is de gemákzucht, en jullie bewustzijn.
Al die apparaten die stroom-staan-te-vreten, de
televisie, telefoons, al die rode knopjes en lichtjes, allemaal sluipstroom
jongens, dat hoeft helemaal niet.”
“zo’n Tóón moet je regelen” roep ik tegen houthakker,
“zo’n Tóón, dan kun je zien waar alles naartoe gaat, daar word je pas bewust
van”
“Dat heb ik geprobeerd” zegt ie
“maar dan willen ze eerst dat ik een nieuwe ketel aanschaf,
dan krijg je ‘m
gratis”.
“Wat nou eerst een nieuwe ketel” bries ik luid
“dan zal ik es bellen..
en zeggen dat ik naar een andere maatschappij overstap,
dan krijg ik een Toon hoor,
weetikzeker”
“Wátvoor toon?” vraagt oudste met opgetrokken wenkbrauwen
“wat is nou weer een tóón?”
“nou, das zo’n ding voor aan de muur, dan kunnen we zien
hoevéél nou zo’n koelkast verbruikt,
je zal schrikken jongen”
“állemaal sluipstroom”… houthakker en ik zijn nu echt op
dreef en niet meer te stoppen,
iedereen praat nu door elkaar terwijl jongste er
bovenuit probeert te gillen.
Dochter is ondertussen naar de verlichte en nog luid brommende
afzuigkap gelopen
en slaat em met een ferme klap dicht.
“Zo, die is uit.. weg
sluipstroom”
Aangestoken door zijn zus, loopt middelste naar de
kamer,
geeft een ram op de lichtknop en páts:
“wou je geen sluipstroom, hier
heb je geen sluipstroom”
en terwijl hij de keuken weer inloopt gaat ook het
licht boven de tafel uit
“nergens geen sluipstroom, bezuinigen moet je” roept
hij luid en tevreden als hij weer gaat zitten.
Aardedonker is het om ons heen en sjonge… ineens klinkt er ook geen geluid meer..
oudste doorbreekt de stilte:
“Kunnen we nu eín-delijk gaan lezen…? Ik wil graag nog
sporten vanavond…”
“Ja, lezen dan ma!” word ik aangemoedigd, terwijl ik alleen
maar stemmen hoor
en geen mens meer zie. Maar kijk, daar hebben ze hun
mobieltjes al te pakken,
en word ik bijgelicht door de sfeervolle sluipstroom
van de moderne technologie.
Mijn hoofd gonst nog na van al die herrie van
daarnet, en ik zoek de bladzijde die aan de beurt is.
“Ah, leuk.. “zucht jongste terwijl hij genietend om zich heen kijkt
“zullen we dit iedere avond doen?"