Het was al veel te lang geleden, door tijdgebrek,
weersomstandigheden
en nog meer van die flauwe smoezen, dus gaf ik mezelf een
schop onder de kont
en pakte mijn fiets.
Nog steeds met tegenzin, want
grijs-grijzer-grijst buiten
en kippenvel op mijn armen vanwege de najaarskou
liep ik met mijn fiets aan de hand het erf af, bedenkend welke kant ik op zou
gaan.
In die 15 meter richting het hek kijk ik altijd naar de
windrichting,
althans dat probeer ik, en
maak ik zoals gewoonlijk last minute altijd de verkeerde keuze;
heen mee en terug tegen;)
Deze keer was er gelukkig niet veel wind, maar ik had het
koud, ontzettend koud, dus trapte ik flink door, de dijk af, de brug over, en
de polder in. Richting de slikken was mijn plan, en het was er nat, ontzettend
nat, hele stukken van het fietspad stonden onder water. Het duurde dan ook maar
twee plassen voordat ik volledig onder de natte modderspetters zat. Voor en
achter.
Vanwege die plassen, maar ook omdat het toegangshek voor
de auto-route gesloten was,
kwam ik bijna niemand tegen. Alleen een
fietsend stelletje en een verdwaalde wandelaar.
Ik besloot (ook last-minute) helemaal naar het water te
fietsen en genoot, ondanks de tegenzin,
van de prachtige natuur.
Wat nou nieuwe
wildernis, deze is al zo oud…
Zolang ik me kan herinneren reed ik dit pad al af
naar het water voor zomers plezier en najaarswandelingen.
Op het geluid van ganzen na was het er stil, heel stil.
Grote roodbruine grazers keken me nieuwsgierig aan vanachter het hek, maar
namen snel de benen toen ik stopte voor een foto.
Wat nou grijs-grijzer-grijst, hier was nog zoveel kleur,
neem nou die prachtige beesten, de oranje-rode besjes en het gekleurde blad.
En
nu scheen de zon nog niet eens!
Ik begon het steeds prettiger te vinden, dit
tochtje-met-tegenzin.
Eenmaal bij het water moest ik afstappen.
In de verte
hoorde ik het gekrijs van meeuwen, en achter me nog wat ganzen-gegak,
maar verder
was het zo sereen, zo vredig stil, zo mooi.
En ik was hier helemaal alleen..
Het water bij de steiger was doorzichtig grijs met een
enkel rimpeltje en de lucht
was net een tintje lichter.
Ik liep wat verder de steiger af, maakte foto’s en stond
en genoot,
wat was ik blij dat ik mijn tegenzin had overwonnen, deze kant was opgefietst,
en niet direct met
het fietspad mee weer richting de buitendijk!
En toen ineens zag ik iets mijn richting op komen,
het
naderde stilletjes door het water, veroorzaakte slechts een enkel rimpeltje
meer.
Ik moest wel twee keer kijken en kon mijn ogen niet geloven; een glad
rond bolletje met grote glanzende ogen; een zeehond! Hij kwam steeds dichterbij..
En terwijl ik in mijn naïeve
verbazing gemengd met ontroering al bijna
door mijn knieën wilde gaan om ‘m aan te halen, alsof het een echt huisdier
was, gleed hij alweer onder water, en was het moment voorbij.
Ik keek nog om me heen, liep zachtjes de steiger op en
weer af,
speurend in het water voor, onder
en achter me,
maar moest even later licht teleurgesteld constateren dat ie
inmiddels alweer tientallen meters van me verwijderd was, alwaar ik nog net zijn
achterhoofd zag verdwijnen onder water.
Zo stond ik nog wel een poosje daar op die steiger,
helemaal
verbaasd gelukkig te zijn.
Ik geloofde mijn ogen niet...
Ik had een zeehond gezien!